Geschiedenis van het paard
Het paard behoort tot de familie van de paardachtigen (Latijnse naam: Equidae). Dieren die ook tot deze familie behoren zijn ezels, half-ezels en zebra’s.
De familie van de paardachtigen behoort weer tot de orde der onevenhoevigen die tot de orde der hoefachtigen behoort. Paarden hebben namelijk een oneven aantal tenen per been. De hoef van het paard is ontstaan doordat de middelste teen zich in de loop der jaren ontwikkeld heeft.
Paarden zijn planteneters. Paarden leerden de mens kennen zoals de prooi zijn jager leert kennen. Rond 20.000 jaar voor Christus werd er op paarden gejaagd door de mens voor voedsel. Tussen 6000 voor Christus en 4000 voor Christus wordt vermoed dat het paard gedomesticeerd is. Paarden zijn veel gebruikt in het leger als oorlogspaard. Maar ook voor de landbouw, de mijnbouw en het transporteren van mensen en goederen werden paarden als trekdier gebruikt. Tegenwoordig worden paarden vooral gebruikt voor recreatie, de sport en de fokkerij.
Paardensport
Er zijn vele disciplines waarbij één of meerdere paarden gebruikt worden in de sport. De meest bekende disciplines zijn:
- Dressuursport: In principe is de dressuur de basis van waaruit alle andere paardensporten opgebouwd zijn. Door middel van dressuur leert het paard zich zo goed mogelijk in balans te bewegen, terwijl hij bereden wordt door de ruiter. Ook de ruiter moet leren zijn spieren afzonderlijk te gebruiken om op die manier met hulpen (druk met de kuiten, de zit en de teugels) aan te geven wat het paard moet doen. In de dressuur wordt getoetst hoe goed het paard de ruiter gehoorzaamd.
- Springsport: In de springsport gaat het erom dat ruiter en paard over hinderenissen springen in een bepaalde volgorde. Daarbij proberen zij zo over de hindernissen te springen dat er geen balken worden afgegooid. Doen zij dit wel dan krijgen zij strafpunten. Ruiter en paard moeten zo snel mogelijk over de finish komen. De winnaar is die combinatie die zo snel mogelijk over de finish komt en zo min mogelijk balken heeft afgegooid.
- Mensport: In de mensport worden dressuur- en vaardigheidsoefeningen gedaan. Daarbij zijn de paarden aangespannen voor een menwagen. De paarden die de menwagen trekken worden tuigpaarden genoemd. Bij mennen is de marathon ook een bekend onderdeel. De combinatie van de dressuuroefening, de vaardigheidsoefening en de marathon wordt een samengestelde menwedstrijd genoemd.
- Dressuuroefening: het paard en de menner rijden figuren waarbij de menner laat zien dat zijn paarden hem gehoorzamen. De figuren dienen zo vloeiend mogelijk uitgevoerd te worden.
- Marathon: Menner en paarden moeten een vooraf bepaalde route rijden waarbij verschillende hinderenissen genomen moeten worden. Denk hierbij aan boomstammen, waterplassen en andere natuurlijke en kunstmatige objecten. Het is de bedoeling dat de route zo snel mogelijk wordt afgelegd waarbij het vooral op de wendbaarheid van de combinatie aankomt.
Vaardigheidsoefening: Hierbij komt het op de gehoorzaamheid van de paarden aan. Menner en paarden moeten een parcours volgen waarbij de combinatie tussen poorten doorrijdt. De poorten worden begrensd met pionnen waarop ballen liggen. Is de menner niet secuur genoeg dan vallen deze ballen van de pionnen af en krijgt de combinatie strafpunten. Ook de snelheid waarmee het parcours wordt afgelegd is bij dit onderdeel een belangrijk aspect. - Westernsport: Western paardrijden vindt zijn oorsprong in Spanje. Aan het einde van de 15e eeuw ten tijde van het koloniale tijdperk gingen de Spanjaarden op ontdekkingstocht in Amerika. Westernrijden is gebaseerd op de cowboys die vaak dagenlang in het zadel moesten blijven zitten en kuddes vee van A naar B moesten leiden. Westernpaarden moesten veelzijdige kenmerken hebben. Enerzijds moest het betrouwbaar en rustig zijn, anderzijds alert, snel wendbaar en bereid flink te werken. Wedstrijdonderdelen binnen de westernsport zijn dressuur, snelheidsonderdelen en het werken met het paard. Meer informatie over westernrijden.