Heb je onlangs je tuin vol gehangen met vrolijke vogelhuisjes? Dan wil je natuurlijk zoveel mogelijk vogelverkeer zien. Maar ondanks je inzet, komt geen enkele vogel de huisjes bezoeken. Dit kan alles te maken hebben met de locatie en het tijdstip van ophangen. Wil je weten wanneer je een nestkastje het beste kunt ophangen en op welke plek? Lees dan verder in deze blog.
Wanneer kun je het beste een nestkastje ophangen?
De meeste tuinvogels broeden tussen half maart tot en met half juli. Voordat de broedperiode begint, gaan de vogels al op zoek naar geschikte, veilige, plekken om straks hun eieren uit te broeden. Een nestkastje ophangen doe je dan ook het beste ruim voordat de vogels op zoek gaan naar een broedplaats. Vanaf september tot en met februari zijn goede maanden om de vogelhuisjes een mooie plek in de tuin te geven. Zo signaleren de vogels vast jouw vogelhuisje en kunnen ze ook in de winter beschutting zoeken.
De ideale locatie voor het nieuwe vogelhuisje
Je kunt ervoor kiezen om de nestkastjes op plekken te hangen waar jij vindt dat ze goed tot hun recht komen, maar vogels kijken esthetisch totaal anders naar hun nieuwe onderkomen. Hun huis moet vooral veiligheid bieden. Waar kun je het nestkastje dan het beste ophangen?
- Nestkastje koolmees: Koolmeesjes, komen net als andere vogels op voedsel af. Hang het kastje ongeveer op 3 meter hoogte in de buurt van struiken met besjes, of in een boom met vruchten bijvoorbeeld. Wil je meer dan 1 koolmees familie onderdak bieden? Hang de kastjes dan minstens op 10 meter afstand van elkaar. Koolmezen zijn territoriaal en dulden geen eigen soort te dichtbij als buren.
- Nestkastje roodborstje: De nestkastjes voor roodborstjes plaats je het beste in dichte begroeiing zoals een klimop, een dichte struik of onder de dakrand. Ze broeden wat lager bij de grond, op ongeveer 1,5 meter hoogte en dulden absoluut geen pottenkijkers in de buurt. Nestkastjes voor andere roodborstjes hou je dus liever ver weg.
- Nestkastje pimpelmees: Pimpelmezen zitten, net als koolmezen, graag lekker hoog. Hang het kastje rond de 3 meter hoogte. Ze broeden het liefst minimaal op een afstand van 3 meter van andere vogelsoorten.
- Nestkastje mussen: Mussen zijn echte familievogels en broeden gerust lekker dichtbij elkaar. De kastjes kunnen prima tegen een muur geplaatst worden, maar wel op minimaal 2 meter hoogte. De populatie huismussen is sinds 2007 met 42% gedaald. Deze groepsvogel kan dus wel een handje hulp gebruiken.
- Nestkastje merel: Merels wonen het liefst op een niet al te hoge beschutte plek, die makkelijk toegankelijk is. Het nestkastje voor een merel bevestig je bijvoorbeeld aan een boom. Heb je geen boom in je tuin? Dan kun je ook een paal in de tuin slaan om het kastje aan op te hangen, op ongeveer 2 meter hoogte.
Hang een vogelhuisje nooit in de volle zon, want dan wordt het binnen veel te heet en sterven de jongen. Wanneer je een nestkastje gaat ophangen is de windrichting ook belangrijk. De invliegopening hou je namelijk op het noordoosten, zodat wind en regen geen kans krijgen naar binnen te glippen. Zorg ook voor een rustige plek, zodat de vogels het nestkastje in durven. Gezellig bij je terras of naast de keukendeur, is dan ook geen goede plek voor een vogelhuisje.
Wil je meer tips over de beste tijd en plek voor het ophangen van vogelhuisjes? Ga dan eens langs bij een professional die je kunt vinden via de listings op deze website.